Een groot deel van het handwerk omtrent interfaces wordt door GEARS automatisch uitgevoerd. Op dit moment zijn dit GraphQL API's.
Zo zal GEARS voor al automatisch gecreëerde functionaliteit ook de bijbehorende systeem interfaces maken die door andere systemen of andere front-ends kunnen worden aangeroepen.
Uiteraard kunnen GEARS gecreëerde systemen ook interfaces van andere systemen aanroepen. Het ontvangen van de gegevens gaat met een plug-in. Als deze nog niet eerder is toegevoegd, vereist dit conventioneel programmeer en testwerk. Het verwerken van de gegevens wordt door GEARS automatisch gecreëerd op basis van de requirements. In de requirements hoef je dan enkel de naam van de interface te benoemen alsof het een "normale" gebruiker (actor) is van het systeem. Stel je voor dat de prijs van een product binnen komt via een interface met SAP die op basis van een uniek productnummer die prijs terug kan geven, dan zullen de requirements er bijv. als volgt uitzien:
prijs = invoer van SAP gebaseerd op PRODUCT.nummer
GEARS zal op basis hiervan automatisch de verwerking van de (door SAP ingevoerde) prijs creëren, maar ook automatisch een stub maken. Deze stub simuleert het gedrag van de interface die je aan wilt roepen zodat je tijdens het ontwikkelen en testen van het systeem niet afhankelijk bent van de aanwezigheid en de correcte werking van deze interface. Als de interface wel aanwezig is, oftewel ingeplugd, wordt de stub automatisch vervangen met de echte interface en zal de informatie netjes via de interface binnen komen.
Een extra bijkomend voordeel wat iedere GEARS gecreëerde applicatie automatisch biedt is dat het aanroepen van interfaces transaction safe is en restartable. Dit komt doordat in essentie iedere interface aangeroepen wordt vanuit een taak binnen een workflow. De work flow engine die standaard onderdeel is van iedere GEARS gecreëerde applicatie, zal deze taak uitvoeren. Mocht de interface falen, zal de taak ook niet eindigen. Er wordt dan ook niet per ongeluk data opgeslagen. De work flow engine biedt de mogelijkheid om de taak opnieuw uit te voeren nadat de fout in de interface is hersteld. Het gehele proces kan daarna netjes afgerond worden en enkel correcte data zal opgeslagen worden.